Christiana

Christiana was een ongelovige vrouw, die leefde in Engeland. Op een dag vroeg een bedelaar haar in de naam van Christus om een aalmoes. Christiana meende dat Christus een koning of prins met erg veel gezag moest zijn, maar de arme vertelde haar over de schepping en de Schepper, de Drie-Eenheid en Jezus Christus als Zoon van God. Hij raadde haar echter aan een priester op te zoeken. Bij de priester leerde Christiana over de Hemelse Heerlijkheid, Het Eeuwige Koninkrijk en het Doopsel, dat de weg tot het Heil opent.
Christiana bekeerde zich en vroeg bij het Doopsel de naam van Christus te mogen ontvangen : ‘Christiana’. De priester raadde haar aan het land te verlaten en als een maagd verder te leven. Christiana kwam in het jaar 747 in Dikkelvenne (bij Gent) aan, waar ze op aanraden van Hilduardus abdis van een klooster werd.
In het jaar 846 werden de relieken van Christiana en Hilduardus naar Dendermonde overgebracht.

Kondakion t.5

Gij hebt gevraagd om de schone naam van Christus te mogen dragen * en daarom werd gij, nadat gij in de Doop waart herboren, * ‘Christiana’ genoemd. * Bid tot de Gezalfde des Heren * dat wij de naam van Christus steeds waardig mogen dragen, * zodat Zijn hoogverheven Naam * niet gelasterd worde door onze ongerechtigheid.