Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.
Kerk Pervijze
schild Broederschap Vladyko Joan schild
Kerk Yanama
Webwinkel   Sitemap | U bent hier >Orthodoxalia > Heiligen Per Dag > 22 mei
22 mei
Vladyko Joan
Basiliskos

Eveneens op deze dag:
Joannes Vladimir


boxen

Basiliskos

 

 

Eutropios, Kleonikos en Basiliskos werden gemarteld te Pontina Amasea omstreeks het jaar 308. Ze worden samen gevierd op 3 maart.

Basiliskos, de neef van Theodoros van Tyra (17 februari), en de beide broers Eutropios en Kleonikos, waren vrienden. Na de marteldood van Theodoros brachten ze in de gevangenis velen tot het Christelijk Geloof. Toen Publios, die, als gouverneur van Amasea, Thedodoros de marteldood had laten sterven, zelf op schandelijke wijze om het leven was gekomen, werd Asklepiodotos tot zijn opvolger benoemd. Hij overtrof echter zijn voorganger nog in wreedheid. Toen hij hoorde dat Theodoros’ vrienden in de gevangenis verbleven, ontbood hij hen. Zij bleven echter hun geloof in Christus belijden, waarop ze meedogenloos werden geslagen. Eutropios bad met luide stem tot de Heer: “Verleen ons, Heer, deze wonden te verdragen, omwille van de kroon der martelaren, en help ons, zoals Gij ook Theodoros hebt geholpen.” Als antwoord op dit gebed verscheen de Heer Zelf, omringd door vele Engelen en vergezeld door Theodoros van Tyra, die de martelaren toesprak: “Zie, de Heer Zelf komt u tegemoet, zodat gij weet dat gij het eeuwige Leven beërven zult.” Vele soldaten en toeschouwers waren getuige van deze verschijning des Heren en smeekten Asklepiodotos het martelen te beëindigen. Toen de gouverneur de dolle menigte zag, die op het punt stond zich naar de Ware God toe te keren, gaf hij het bevel de gemartelden weg te brengen. Hij nodigde Eutropios uit op een copieuze maaltijd en stelde hem voor in het openbaar een offer te brengen aan de afgoden, terwijl hij, met hart en ziel, Christen mocht blijven. Eutropios verwierp meteen het voorstel. ’s Anderendaags werden de gemartelden naar de afgodentempel geleid, waar ze tot het offeren werden gedwongen. Eutropios nam het woord en bad: “Heer, wees bij ons en vernietig de woede der heidenen. Verleen ons dat op deze plaats het Onbloedig Offer van de Christenen mag worden opgedragen aan U, de Ware God.” Deze woorden waren amper uitgesproken of een aardbeving deed de muren van de tempel scheuren en het afgodsbeeld van Artemis viel aan stukken. Iedereen ontvluchtte de tempel, maar in het geraas van de aardbeving werd een stem uit de Hoge gehoord: “Uw gebed werd verhoord, op deze plaats zal voor de Christenen een huis van gebed worden gebouwd.”

Asklepiodotos, amper bekomen van de angst, liet meteen houten palen in de grond steken, waar hij de gemartelden aan vastbond. Hij liet hen met kokende pek overgieten. Eutropios riep zijn beulen toe: “De Heer zal u dit vergelden!” Het pek echter berokkende de lichamen geen schade, het vloeide over de martelaren als water over marmer, tot grote schrik van de beulen. Om hen het vluchten te beletten, gaf de gouverneur het bevel hun lichamen met ijzeren haken te bewerken en hun wonden in te smeren met mosterd, gemengd met azijn en zout. Ook deze marteling ondergingen de drie vrienden zonder enig teken van zwakheid. Die nacht verscheen de Heer opnieuw aan de gemartelden tijdens hun gebed, Hij sprak hen moed in en versterkte hen. ’s Anderendaags, in de morgen van 3 maart, werden de broers Eutropios en Kleonikos gekruisigd.

Basiliskos bleef in de gevangenis achter, omdat hij nog zeer jong was. Daar verbleef hij lange tijd, omdat de bestuursambtenaren steeds wisselenden en zijn zaak telkens uitgesteld werd. Hij smeekte Christus dat hij niet van de marteldood zou beroofd worden. Jezus verscheen hem in de gevangenis en willigde zijn wens in, maar vermaande hem eerst afscheid te nemen van zijn huisgenoten. Korte tijd later werd hij vrijgelaten. Hij vertrok naar het dorp, waar zijn moeder en broers woonden. Vrijwel onmiddellijk na zijn aankomst werd hij opnieuw gearresteerd en gedwongen aan de afgoden te offeren. Daarom werd hij op 22 mei onthoofd in de stad Komana. Zijn lichaam werd in een rivier gegooid, maar het werd door Christenen gevonden en in een akker begraven. Later werd er op die plaats een kerk gebouwd, gewijd aan Basiliskos. Hij wordt ook herdacht op 22 mei.

 

Naar begin pagina

 

 
© copyright 2003 - Broederschap Aartsbisschop Joan - alle rechten voorbehouden