Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.
Kerk Pervijze
schild Broederschap Vladyko Joan schild
Kerk Yanama
Webwinkel   Sitemap | U bent hier > Orthodoxalia > Een Spreekbeurt > Geschiedenis Russisch Orthodoxe Kerk

Vladyko Joan

Go to MP3player

4. Verdere uitwerking van enkele kenmerken.

4.1. Enkele sacramenten

a) Het heilig oliesel.
b) Het huwelijk.
c) Het doopsel.

4.2. Iconografie

a) Algemeen.
b) Wie mag op iconen afgebeeld worden?
c) Technische algemeenheden.

4.3. Het orthodox kruis en het kruisteken

4.1. De sacramenten.

Net zoals in de katholieke godsdienst is het de priester of de bisschop die de sacramenten toedient. De gelovigen vertrouwen erop dat bij het toedienen van de sacramenten de heilige Geest neerdaalt om de persoon of de personen in kwestie bij te staan.

Twee van de zeven sacramenten stammen rechtstreeks van Christus af, namelijk de doop en het heilig avondmaal (= mysterie van de eucharistie). De andere hebben zich in de loop der tijden ook ontwikkeld tot hun huidige vorm. Het aantal officiële sacramenten is zeven, maar velen gaan daar niet echt mee akkoord omdat ze ook de monnikenwijding en de begrafenis als een sacrament zien. Het eigenlijke getal is dus minstens zeven, maar de orthodoxe Kerk doet niet echt een uitspraak over het al dan niet sacrament zijn van de twee laatstgenoemde.

De orthodoxe Kerk gebruikt ook liever het woord mysterie dan sacrament omdat sacrament meer op het uiterlijke slaat, terwijl mysterie een diepere innerlijke betekenis heeft.

In dit werk heb ik ervoor gekozen drie mysteries grondiger toe te lichten, namelijk: het heilig oliesel, het huwelijk en het mysterie van het doopsel.

Naar begin pagina

a) Het heilig oliesel.

Het mysterie van het heilig oliesel wordt in de orthodoxe Kerk niet alleen toegediend aan de stervenden. Het wordt ook toegediend met het oog op genezing van een ziekte. Dit kan zowel letterlijk als figuurlijk opgevat worden. Het kan slaan op de genezing van een echte ziekte (letterlijk) als op de vergeving van de zonden (figuurlijk).

Deze handeling wordt dan ook jaarlijks gedaan op de woensdagavond van de Stille Week. Op die manier worden de gelovigen gereinigd van hun zonden en tegelijk biedt het bescherming tegen ziektes voor het komende jaar.

Natuurlijk wordt dit mysterie ook toegepast op de stervenden. De orthodoxe Kerk gelooft dat de stervende op die manier zal bijgestaan worden op de moeilijke, pijnlijke momenten en tijdens de scheiding tussen ziel en lichaam.

Naar begin pagina

b) Het huwelijk

Het huwelijk is een traditie die slechts laat in het kerkelijke leven werd ingevoerd. Het huwelijk werd wel altijd al als een heilige verbintenis tussen man en vrouw gezien. Heidenen die reeds gehuwd waren en zich tot het christendom bekeerden, hoefden niet opnieuw christelijk te trouwen. Dit sacrament onderscheidt zich dus van de andere zes sacramenten waar je wel tot het christendom moet behoren om ze te kunnen ondergaan.

De huwelijksinzegening wordt voorafgegaan door de verlovingsplechtigheid. Deze vindt plaats net voor het huwelijk of enige dagen daarvoor. Bij de verloving wordt een ring om de vingers gedaan van beide partners. Deze ring is vooraf gezegend door de priester.

De huwelijksinzegening vindt plaats in een dienst na de liturgie. De huwenden worden gekroond. De kronen stellen de kronen der kuisheid voor en tegelijk de kronen der martelaren. Het huwelijk is namelijk een pad waar ook vele doornen groeien. Het huwelijk kent zowel mooie als minder mooie, vaak zeer harde momenten waar men samen door moet raken.

Na het ‘Onze Vader’ biedt de priester de huwende personen een beker met wijn aan. Die beker symboliseert de beker des levens. Deze moet tot op de laatste druppel leeggedronken worden.

Daarna neemt de priester de handen van de echtgenoten onder zijn stool(=onderdeel van de bovenkledij van de priester) en gaat drie maal om de analoi (=juiste benaming voor het altaarblok) waarop ook het evangelie is neergelegd. De priester draagt het heilig kruis voor zich uit. dit betekent dat de echtgenoten bereid zijn het kruis van Christus, het kruis van hun gemeenschappelijk leven te dragen.

Dit geheel gaat natuurlijk samen met typische gezangen waarvan de teksten slechts gebruikt worden bij een huwelijk. De gebeden van de priester liggen ook vast.

In de orthodoxe Kerk is het toegestaan drie keer kerkelijk te trouwen in het geval dat een van de echtgenoten overleden is. Het tweede en derde huwelijk is echter minder plechtig en de gebeden zijn vervuld met een geest van berouw. Dit is zo omdat de Kerk een tweede of derde huwelijk beschouwt als een menselijke zwakheid.

In sommige gevallen, die met een grondige reden, staat de Kerk ook een scheiding toe.

Als het paar in een toestand terecht komt waarin het onmogelijk is om nog bij elkaar te blijven, dan wordt eventueel een scheiding toegestaan. Aan de partij die schuldig is of aan beide partijen wordt een boete opgelegd. Nadat de personen deze boete hebben voldaan, wordt het hen weer toegestaan in het huwelijk te treden.

Ontegensprekelijk beschouwt de Kerk een scheiding als iets ongunstig en de Kerk zal natuurlijk eerst proberen beide partners bij elkaar te houden. Maar wanneer het echt niet anders kan, wordt een scheiding toegestaan.

Naar begin pagina

c) Het doopsel

Tijdens het feest van het doopsel in de orthodoxe Kerk worden eigenlijk al twee sacramenten voltrokken. Ten eerste is er de doop zelf. Deze doop wordt meteen daarna gevolgd door het mysterie der heilige myronzalving. In de katholieke Kerk wordt dit feest de eerste communie genoemd. Zo komt het dat een orthodoxe jongen of een orthodox meisje geen eerste communie meer doet op zeven-jarige leeftijd. Ook het heilig vormsel moet niet gedaan worden door orthodoxe kinderen.

Dit brengt ook met zich mee dat orthodoxen vanaf hun doopsel al tot de communie uitgenodigd zijn.

De doop wordt voorafgegaan door de verwerping van de duivel. Dit onderdeel wordt exorsismus geheten. De priester verjaagt als het ware de duivel door een gebed. Hij vraagt God om de duivel te verdrijven. Dit doet hij door middel van het opzeggen van een gebed.

Na de voltooiing van de exorsismus vindt de geloofsbelijdenis plaats. Deze wordt gevolgd door het afzweren van de satan en het zich aansluiten bij Christus. Deze woorden worden door de dopeling zelf, wanneer hij volwassen is, of door de peetouders uitgesproken.

Daarna worden kaarsen uitgedeeld aan de aanwezigen. Nu begint de priester de voltrekking van het doop-mysterie.

Eerst wordt het water gewijd. De Kerk smeekt dat het water van het doopvont het water van de Jordaan wordt. Dit doet herinneren aan de doop van Christus in de Jordaan.

Vervolgens wordt de dopeling met de olie der catechumenen gezalfd. Dit is de olie van de mensen die nog niet orthodox zijn, maar wel van plan zijn het te worden. Onmiddelijk hierna volgt de doop. De dopeling wordt drie maal ondergedompeld met de woorden: “Gedoopt wordt de dienaar Gods ... (naam van de persoon) in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, Amen.”

De dopeling krijgt nu een nieuwe naam die hem verbindt met een heilige die hem zijn hele leven onder zijn hoede zal nemen (=patroonheilige).

Meteen na dit gebeuren volgt dus de heilige myronzalving.

De priester zalft de ogen, de oren, de neus, de mond, de borst, de handen en de voeten van de ondertussen orthodoxe dopeling met de heilige olie. Deze olie wordt gedurende 1 week in het jaar gemaakt in een patriarchale kerk en ze is dus bijgevolg gezegend door de patriarch. Omdat deze olie zeer waardevol is, zowel in prijs als op geestelijk vlak, wordt de olie op de heilige altaartafel bewaard en krijgt ze de naam heilige myron.

Vervolgens gaat de priester met de dopeling drie maal rond de doopvont en de peetouders houden het bovenkleed van de priester vast.

Hierna knipt de priester het teken van het kruis uit de haren van de dopeling. Dat betekent dat de gedoopte de begeerten van de wereld van zich aflegt.

Als teken van zijn nieuw christelijk leven krijgt de dopeling een klein borstkruis dat hij zijn hele leven moet dragen. Wanneer hij dit kruisje verliest moet hij een nieuw kruisje door de priester laten zegenen dat hij dan kan dragen ter vervanging van het doopkruisje.

Als laatste handeling van het doopfeest wordt de dopeling door de priester uitgenodigd om net zoals de andere gelovigen tot de communie te komen.

Naar begin pagina

4.2. Iconografie.

Voorwoord: omdat er zoveel te vertellen valt over iconografie en omdat de meeste zaken daarvan nogal technisch zijn, zal ik slechts enkele algemene kenmerken van dit onderwerp behandelen. Ik zou alle iconen apart kunnen bespreken en er telkens de nodige informatie bijgeven. Maar dit is, naar mijn mening, te omslachtig en dit is niet de bedoeling van dit werk. De bedoeling is enkel een goed algemeen beeld te vormen van het orthodoxe geloof

 

 

 

a) Algemeen

Het woord icoon is afkomstig van het Griekse woord eikoon wat afbeelding of gelijkenis betekent. Maar in feite is een icoon meer dan een afbeelding alleen. De gelovigen geloven dat in de icoon de afgebeelde Christus, Moeder Gods of heilige zelf aanwezig is. Het is dus niet zomaar een stukje kunst. Het is als het ware een raam waarin de gelovige God ziet. Iconen worden dus vereerd. Gelovigen kussen iconen wanneer ze de kerk binnen- en buitegaan. Ook in de huizen van de gelovigen hangen menige iconen. Ze hangen op een centrale plaats in huis en er brandt dikwijls een kaarsje ter verering ervan.

Het is dus niet echt makkelijk een gepaste definitie voor het woord ikoon te vinden, maar ik vond er één die volgens mij de essentie wel benaderd: “Een icoon is een afbeelding van Christus, van de Moeder Gods, van een heilige of van een gebeurtenis uit het Oude of het Nieuwe Testament, geschilderd volgens de traditie van de Kerk. Eén van haar doeleinden is een hulp te zijn bij het gebedsleven in de kerk en het gezin.”

Orthodoxen staan geen beelden toe in de kerk. Dit is te wijten aan het Oude Testament waarin staat dat de gelovigen geen gesneden afbeeldingen mogen maken, noch vereren. (Exodus,20:4).

Naar begin pagina

b) Wie mag men op iconen afbeelden?

Iconen worden slechts geschilderd wanneer de persoon die afgebeeld wordt werkelijk is verschenen aan de mensen. Zo zullen we iconen aantreffen van Christus, maar nooit van God de Vader. Zo zul je in het Orthodox geloof dus nooit God afgebeeld zien als een oude man met een lange baard.

De Heilige Geest zal in bepaalde gevallen afgebeeld worden als een duif (Theofanie: doop van Christus), in andere gevallen onder de vorm van vuurtongen (Pinksterfeest) en in nog andere gevallen als een lichtende wolk (Transfiguratie).

Naar begin pagina

c) Technische algemeenheden.

Iconen zijn schilderijen op hout. Vaak wordt het stuk hout eerst bewerkt. De iconograaf brengt op het hout enkele lagen aan van albastpoeder of fijn krijt met lijm. De aureool rondom de afgebeelde is in goudverf. Ook de kleuren zijn niet willekeurig. De iconograaf moet zich aan vele en strenge regels houden. Hij of zij moet zich aan de traditie houden en mag geen persoonlijke dingen in de icoon stoppen. Dit is ook de reden waarom iconen schilderen zo moeilijk is. De iconograaf krijgt geen vrijheid. Zo maakt men bijvoorbeeld ook geen gebruik van perspectief. De nadruk ligt op het heilige van de icoon en niet op de vorm van het schilderij. Toch maakt een goed geschilderde icoon een zeer grote indruk.

Over de heiligheid van een icoon is ook nog wat te zeggen. Een icoon wordt pas als een icoon beschouwd als de laatste hand eraan gelegd is en als hij gezegend is door de priester.

Dan pas wordt hij beschouwd en bijgevolg ook vereerd als een ware icoon.

Naar begin pagina

4.3. Het orthodox kruis en het kruisteken.

Wat het meest opvalt aan een Russisch-orthodox kruis is de schuine balk. Deze schuine balk is het symbool van hemel en aarde, tussen hades en paradijs waartussen Christus stierf.Tegelijkertijd verwijst het naar de twee rovers die samen met Christus werden gekruisigd. De rover aan zijn rechterhand kreeg berouw en vroeg Christus de poorten van zijn koninkrijk te openen. De schuine balk nu toont ons dat de rover, die berouw toonde, de hemel mocht binnengaan.

Op de balk steunen ook de voeten van Christus. Onder Zijn voeten ligt de schedel van Adam. Adam, die de verpersoonlijking is van de mens, werd verlost uit zijn graf dankzij de kruisiging van Christus. Dit zien we aan het het vloeiende bloed van Christus tot op de schedel van Adam.

Bovenaan zien we vaak engelen en de heilige Geest.

Ook de tekenen van het lijden, namelijk de kan en spons, staan naast het kruis.

Aan het einde van Zijn opengesperde armen vinden we de zon en de maan. Dit symboliseert de eeuwigheid, het eindeloze in de tijd.

Het gezicht van Christus ziet er niet dramatisch en krampachtig uit. In tegendeel, het gelaat van Christus ziet er rustgevend uit. Dit wijst op de verlossing. Christus als overwinnaar van de dood. Hij wist dat dit moest gebeuren en onderging de kruisiging om het mensengeslacht te redden.

Houding van de hand bij het maken van een kruisteken.

Wanneer een orthodox gelovige het kruisteken maakt, brengt hij duim, middelvinger en wijsvinger samen. Dit wijst op de heilige Drieëenheid. God, Christus en de heilige Geest zijn eigenlijk één geheel. Pink en ringvinger worden in de handpalm gebracht. Dit toont aan dat de orthodoxen geloven dat Christus tegelijk God en mens is.

De gelovigen tikken eerst het hoofd, dan de hartstreek, vervolgens naar rechts en dan pas naar links (andersom dan de katholieken). Men gaat eerst naar rechts, omdat rechts het goede symboliseert. Het goede primeert over het slechte, daarom tikken orthodoxen eerst rechter- en dan pas linkerschouder aan.

Wanneer orthodoxen een icoon vereren, gaan ze eerst drie kruistekens maken. Daarna kussen ze de icoon. Vervolgens maken ze nog één kruisteken ter afsluiting.

Naar begin paginaNaar begin pagina

 
© copyright 2003 - Broederschap Aartsbisschop Joan - alle rechten voorbehouden