Romanos de Melode

Romanos werd geboren in de Syrische stad Emesa. Eerst was hij koster in Beiroet, later diende hij in de kathedraal van Constantinopel, tijdens het bestuur van Patriarch Euthymius (490-504). Romanos had geen goede opleiding genoten en was evenmin geschoold in het zingen, waarvoor hij door sommigen uit de hogere clerus bespot werd. Hij bad in tranen tot de Alheilige Moeder Gods en zij verscheen hem in een droom, gaf hem een perkamentrol en vroeg hem deze op te eten. ’s Anderendaags was het het Feest van de Geboorte van Christus. Romanos nam zijn plaats als zanger in op de ambo en zong met een engelenstem de hymne “Heden baart de Maagd…”

Eenieder was verwonderd over zowel de inhoud van deze hymne als over de prachtige stem van de zanger. Met deze poëtische gave, die hij van de Moeder Gods had ontvangen, componeerde Romanos meer dan 1000 kondakia.

Romanos ontsliep als diaken van de Hagia Sofia in Constantinopel, in het jaar 510.

Troparion t.5

De lieflijke zanger Romanos * deed vanaf de ambon de hymne weerklinken * dat de Maagd een Kind ter wereld bracht * Dat de Zoon is van de Eeuwige Vader. * Op wonderbare wijze * heeft zij genade over zijn lippen uitgestort * en daardoor alle Heiligen ** met de heerlijkste zangen getooid.

Kondakion t.8

Van uw jeugd af hebt gij u met goddelijke deugden getooid * en zijt een sieraad geworden van heel de Kerk, * wier Diensten gij heerlijk maakt door uw gezangen. * Daarom bidden wij u, Heilige Romanos: * “Schenk aan ons die van uw werk genieten, de goddelijke gaven, * opdat wij tot u mogen roepen: ** ‘Verheug u, Zalige Vader en Schoonheid der Kerk.’”