Hermylos en Stratonicos
Keizer Licinius ontketende een grote vervolging tegen de Christenen. Hermylos, een Christen en diaken in de Kerk, werd aangehouden en voor het gerecht geleid. Toen hem werd medegedeeld dat hij weggebracht zou worden om gefolterd te worden, verheugde hij zich ten zeerste. Tevergeefs poogde de keizer hem angst aan te jagen. Hermylos verkondigde openlijk zijn geloof in Christus en beantwoordde elk dreigement van de keizer met deze psalmwoorden: “De Heer is mijn helper. Daarom ken ik geen angst. Wat kan een mens mij aandoen?” (Ps. 117/118,6) Na wreedaardige martelingen werd hij in een kerker gegooid.
Zijn bewaker was Stratonicos, een Christen in het geheim, die van ganser harte meevoelde met Hermylos, toen deze de ergste folterpijnen doorstond. Toen aan de keizer werd medegedeeld dat ook Stratonicos een Christen was, gaf de heerser het bevel beiden te verdrinken in de Donau. De beulen bonden Hermylos en Stratonikos vast in een net en verdronken hen.
Drie dagen later spoelen hun levenloze lichamen aan, die door Christenen werden gevonden en op 18 kilometer van Belgrado werden begraven. Deze roemrijke martelaren leden voor Christus en werden verheerlijkt in het jaar 315.
|