Agrippina van Rome en haar Gezellinnen

Agrippina was een meisje te Rome, dat sinds haar jeugdjaren Christus had liefgehad en zichzelf beschouwde als volledig aan Hem toegewijd en met Hem verbonden. Ze bande de stank van de hartstochten uit haar hart en vulde het met de bedwelmende geur van zuiverheid, kuisheid en maagdelijkheid. Onder Keizer Valerianus werd zij gearresteerd en op bevel van de rechter gegeseld tot de dood. Ze verdroeg de vele stokslagen, tot haar beenderen verbrijzeld werden. Tijdens een marteling gaf Agrippina haar ziel terug aan God. Haar gezellinnen Basta, Paula en Agathonica brachten haar relieken over naar het eiland Sicilië om ze daar te begraven met eerbied. Later werd er een kerk gebouwd ter ere van Agrippina. Door de kracht van haar relieken konden zelfs de Hagarianen het dorpje, waar haar relieken rusten, niet veroveren.

Kondakion t.4

Nu is het de lichtende dag van uw stralende deugd, * waarop de Kerk ons uitnodigt u te eren * en met vreugde tot u te roepen: * “Verheug u, Maagd en Martelares, ** alom vereerde Agrippina.”