Lydia van Filippi
Lydia was een purperverkoopster uit Thyatira. Zij was een heidense vrouw, die getroffen werd door het zuivere monotheïsme van de Joden en daarom deelnam aan de sabbatbijeenkomsten, die, bij gebrek aan een synagoge, gehouden werden op een rustige plek bij het water, even buiten de stad.
Apostel Paulos die deze gewoonte kende, zocht zo’n plek op en trof daar op de sabbat een aantal biddende vrouwen aan. Zijn persoonlijkheid en de vurigheid van zijn overtuiging maakten zo’n indruk op haar, dat zij zich en heel haar gezin liet dopen. Hierdoor werd zij de eerste bekeerlinge van Paulos tijdens zijn missietocht naar Europa. Zij drong er bij Paulos, Silas en Lukas op aan haar gastvrijheid te aanvaarden en bij haar hun intrek te nemen. Toen zij, na de mishandelingen in de gevangenis, werd losgelaten, zochten zij hun toevlucht bij Lydia om er hun wonden te laten verzorgen (Hand. 16,12-13 en 40). Ook in de brief aan de Filippenzen wordt er, zij het anoniem, over zo’n liefdevolle vriendschap verhaald.
Troparion t.1
Gij waart Godvrezend met een oprecht gemoed * en hebt door Paulos het licht der genade ontvangen. * Als de eerste van allen uit de stad * hebt gij met al de uwen aan Christus geloofd. * Daarom bezingen wij u, Lydia, als de Vrouwe uit Filippi: * “Ere aan Hem Die in u Zijn welbehagen had. * Ere aan Hem Die aan u het Licht heeft geschonken. ** Ere aan Hem Die ons door u de grote genade geeft.”
Kondakion t.4
Door Paulos’ woorden verlicht, * zijt gij in Filippi een icoon van heilig leven geweest * en met uw gehele huisgezin * hebt gij deel gekregen aan de Eeuwige Heerlijkheid, ** Heilige Lydia, Vrouw van Filippi.
|