Apollonius, Filemon en Arianus

Tijdens de regering van Keizer Diocletianus vervolgde een zekere rechter Arianus de Christenen van Egypte op wreedaardige wijze. Hij nam Apollonius gevangen en bedreigde hem met martelingen.
Apollonius, die vreesde gemarteld te worden, kocht een zekere beroemde en goddeloze muzikant, Filemon, om, zodat deze laatste, in de kleren van de eerste, aan de afgoden zou offeren. Toen Filemon voor de afgoden stond, straalde het licht van het Christelijk geloof plots op in zijn hart en maakte hij het kruisteken. Hij rende de tempel uit en schreeuwde: “Ik ben een Christen, een dienaar van Christus, de Levende God!” Bij het horen van deze woorden bulderde de rechter het uit, want hij dacht dat Filemon de Christenen bespotte. Naderhand onderging Filemon de meest beestachtige folteringen. Regen viel uit de hemel neer en doopte hem.
Tenslotte werden Filemon en Apollonius door de rechter Arianus gedood. Arianus werd echter zelf een Christen, toen zijn blind oog bij het graf van Filemon op een wonderlijke wijze genas. Arianus werd door Keizer Diocletianus ter dood veroordeeld: hij werd doorstoken door 4 soldaten, o.a. Theoctychus, die zich later ook als Christenen aangaven.