Judoc (Josse)

Hij was een zoon van Koning Hoël III van Engeland en werd geboren omstreeks 591. Toen zijn broer afstand deed van de troon om naar het klooster te gaan, vroeg hij een weekje bedenktijd. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om zelf de vlucht te nemen uit het klooster waarin hij was opgevoed. Hij trad in Frankrijk in dienst bij de Graaf van Ponthieu, waar hij tot hofkapelaan werd gewijd.
Later trok hij zich terug om als kluizenaar te wonen. Zo is hij ook gestorven in het jaar 675, zowat 30 jaar na zijn vlucht uit Engeland. Op die plaats van zijn kluis ligt nu het stadje Villers-Saint Josse.

Troparion t.8

Christus verscheen u als een arme bedelaar, * Die u smeekte Hem uw laatste stuk brood te schenken. * Vol vreugde hebt gij Hem uw laatste voedsel gegeven * en daarom werd u de gave van wonderen geschonken. ** Bid tot Christus onze God ons nimmer van Zijn tafel te verstoten.

Kondakion t.3

Toen de Heilige Judoc de Heilige Mysteriën vierde, * met een witte stool en een witte kazuifel bekleed, * verscheen de hand van God, die Zelf de Gaven zegende. * En er werd een Hemelse Stem gehoord, die tot hem zeide: * “Omdat gij de rijkdom van deze wereld versmaad hebt * en de koninklijke kroon van uw vader verlaten, ** is uw kroon gereed bij de scharen der Engelen.