Andreas van Kreta
Hij was een Kretenzer en werd priester gewijd. Tijdens de iconoclastische vervolging toonde hij zich een vurige verdediger van de verering der iconen. Daarom trok hij in het jaar 767 ook naar Constantinopel om er Keizer Copronymus openlijk terecht te wijzen. Andreas ging de kerk van Martelaar Mamas binnen en sprak tot de Keizer: “Noemt u uzelf Christen? Het zou beter zijn, o keizer, dat u zich toelegt op militaire aangelegenheden en op het bestuur van de bevolking in plaats van Christus en Zijn dienaren te vervolgen.” Omwille van deze woorden werd Andreas op gruwelijke wijze geslagen en door de straten gesleurd. Een ongelovige maakte een eind aan Andreas’ lijden en leven door hem met een bijl te slaan.
Zijn relieken schonken zieken genezing.
Troparion t.4
In de bergen hebt gij uzelf door onthouding krachtig gemaakt, * zodat gij de vijandige slagorde kon vernietigen * door het Heilig Kruis en het zwaard van het Geloof. * Daarom zijt gij door God gekroond, ** Eerbiedwaardige Martelaar Andreas.
Kondakion t.8
Zoals de Apostel wordt ook gij ‘de Manhaftige’ genoemd * door uw verkondiging van het mysterie van het Godsgeloof. * Daarom zingen wij met liefde een danklied voor u. * Gij die gehoor vindt bij uw Schepper, * maak ons vrij van alle schade die ons treft ** en verheug u, altijd in onze gedachtenis levende Vader Andreas.
|