Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.
Kerk Pervijze
schild Broederschap Vladyko Joan schild
Kerk Yanama
Webwinkel   Sitemap | U bent hier >Orthodoxalia > Heiligen Per Dag > 16 oktober
16 oktober
Vladyko Joan
Gallus

Eveneens op deze dag:
Longinus de Honderdman
Mummolinus van Doornik en Noyon


boxen

Gallus van Zwitserland

 

 

Gallus werd geboren in een adellijke, Ierse familie. Hij werd monnik in de beroemde abdij van Bangor onder de leiding van abt Comgal. Hij behoorde tot de 12 monniken, die Columbanus vergezelden naar Gallië, waar ze 20 jaar lang verbleven in het klooster te Luxeuil. Toen Columbanus door de woedende vorstin Brunhilde verbannen werd, werd de vacante functie van abt aan Gallus aangeboden, maar hij verkoos zijn geestelijke vader in zijn ballingschap te volgen.

Zij reisden noordwaarts en trokken langs de Rijn naar Zwitserland, waar ze aan de heidenen bij de Zürichsee en Bodensee het Christendom predikten. Gallus was hierin erg bedreven, want hij beheerste de Duitse taal. Beiden vernietigden de afgodsbeelden, staken de tempels in brand en sloegen de brouwvaten van het heilige bier aan stukken. Dit maakte de bevolking woest, maar de beide monniken konden zich handhaven en vestigden zich, met nog enkele Christenen, in een verlaten Romeins fort te Bregenz, aan de oostelijke oever van de Rijn, in Oostenrijk.

Omdat de bevolking hen geen voedsel wilde schenken, moesten zij zich in leven houden met wat ze in de natuur konden vinden, vangen of vissen. Ze legden ook een eigen tuin aan.

Omdat ook dit gedeelte van Europa onder de macht van Diederik en Brunhilde kwam te liggen, trok Columbanus in het jaar 612 naar het zuiden. Hij hoopte in Italië meer gastvrijheid te vinden. Gallus echter was in die dagen door zware koorts erg ziek en voelde zich te zwak om Columbanus te vergezellen, die zich over dergelijke zwakheid zo kwaad maakte dat hij Gallus verbood ooit nog Liturgie te vieren.

Toen Gallus zijn krachten hervonden had, trok hij zich, bedroefd en ontgoocheld, terug in de bergen, waar ze aan de Steinach-rivier met boomstammen een cel bouwden.

In 615 werd hij door de bevolking van Constanz verzocht hun bisschop te worden. Vermits hij echter geen Goddelijke Liturgie meer mocht vieren, stelde hij aan de bevolking een van zijn monniken voor. Bezorgd om het lot van zijn geestelijke vader, stuurde Gallus boden over de Alpen om op onderzoek uit te gaan. Ze kwamen terug met de melding dat Columbanus gestorven was en schonken hem Columbanus’ staf, als teken van vergeving.

In 625 werd hij door een delegatie van Ierse monniken uitgenodigd om, na de dood van Eusthatius, abt te worden in het klooster te Luxeuil. Gallus weigerde opnieuw: hij verkoos te blijven wonen in het door hem zelf gebouwde klooster en zijn stichtend werk voort te zetten.

Oud in jaren, kreeg hij het bezoek van zijn vriend, priester Willemar uit Arbon, die hem uitnodigde nog eenmaal bij hem op bezoek te komen. Ofschoon Gallus eerst weigerde, stemde hij door het aanhoudend smeken van Willemar toch toe. Toen Gallus echter bij het huis van Willemar aankwam, was hij dodelijk vermoeid en zwaar ziek. Hij stierf er op 16 oktober 640.

Zijn cel groeide uit tot het beroemde klooster Sankt Gallen, dat de grootste abdij uit die streken en het belangrijkste centrum voor geestelijk leven en wetenschap werd in Zuid-Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Het werd tevens het middelpunt van een belangrijke stad, die eveneens zijn naam draagt.

 

 

Naar begin pagina

 

 
© copyright 2003 - Broederschap Aartsbisschop Joan - alle rechten voorbehouden