Donatianus van Reims

Hij was de zevende bisschop van Reims en bestuurde het diocees van 360 tot 389. In de 9de eeuw werd zijn gebeente door Karel de Kale, koning der Franken, geschonken aan Boudewijn, graaf van Vlaanderen, bij wijze van waarborg voor de goede verstandhouding en vrede.
Graaf Boudewijn vertrouwde Donatianus' gebeente toe aan het klooster van Torhout, waar het in de kerk werd bijgezet. Toen de Vikingen onze kusten onveilig maakten, werd het gebeente in 864 overgebracht naar het versterkte Brugge en bijgezet in de O.L.Vrouwekerk, die later omgedoopt werd tot de St-Donaaskerk, die tot in de 16de eeuw dienst als kathedrale kerk. De monniken van Torhout volgden de relieken naar Brugge en vormden daar de kern van het St-Donaaskapittel.
Tijdens de Franse Revolutie werd de St-Donaaskerk verwoest. Tot voor kort bevond zich op de plek waar hij gestaan heeft, een maquette van de toenmalige kerk. Donatianus' relieken werden in 1834 overgebracht naar de St-Salvatorskerk.
Hij is patroon van de stad en het bisdom Brugge, van schrijvers en drukkers. Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen bliksem, droogte, hagelbuien, onweer, overstromingen en storm. Om deze reden (overstromingen) is er in Nederland ook één kerk aan hem gewijd, de zogeheten Donatuskerk in het Groningse Leermens. zo gedoopt vanwege Donatianus' bescherming tegen overstromingen.