Thaddeüs, Apostel (70)

Thaddeüs was één van de Zeventig, niet te verwarren met de Thaddeüs uit de Twaalf. Thaddeüs zag en hoorde Joannes de Voorloper en werd ook door hem gedoopt. Later sloot hij zich bij Christus aan, die hem tot de Zeventig rekende.
Na de Hemelvaart van Christus trok Thaddeüs naar Edessa, zijn geboorteplaats, om er het Evangelie te verkondigen en het Mandylion-doek te schenken aan Koning Abgar, die daardoor bijna geheel van zijn ziekte genezen werd en door Thaddeüs in het Ware Geloof werd onderricht. Zijn melaatsheid verdween helemaal, toen hij gedoopt werd en uit het doopwater oprees. Hierdoor kwam de gehele stad tot inkeer en bekering.
Vervolgens ging hij naar Armenië, Syrië en Fenicië, waar hij overal predikte en nieuwe gemeenten stichtte. Over zijn dood bestaat enige twijfel. Volgens bepaalde bronnen zou hij door de vorst van Armenië zijn gedood, na het dopen van de koningsdochter, andere bronnen vermelden dat hij te Beiroet vredevol is ontslapen.

Kondakion t.4

De Kerk heeft u ontvangen als een stralende ster, * want zij wordt helder verlicht * door de menigte van uw wonderen, * Heilige Apostel Thaddeüs. * Daarom roepen wij tot Christus God: * “Verlos ons, Barmhartige, ** die in geloof de gedachtenis van Uw Apostel vieren.”