Eleutherius van Doornik

Eleutherius werd in 456 te Doornik geboren. Zijn ouders, die zich pas hadden bekeerd, legden zich toe op het helpen van armen en zieken. Na de krijgstocht van Koning Clovis in 484, liet de ongelovige stadsbestuurder de Christenen uit de stad verdrijven en hun bezittingen in beslag nemen. De Christenen vonden een toevluchtsoord op enkele uren wandelafstand van Doornik en bouwden daar een kerk, waarrond eerst een kolonie ontstond, later een dorp: Blandain. Het aantal inwoners nam echter zeer snel toe, zodat een bisschop noodzakelijk was. Toen deze echter reeds vrij snel stierf, werd de 30-jarige Eleutherius gevraagd. Hij werd naar Rome gezonden om er de bisschopswijding te ontvangen.
Bij zijn terugkeer probeerde de dochter van de stadsbestuurder Eleutherius op haar oneerbare voorstellen te doen ingaan en het bisschopsambt op te geven om met haar verder samen te leven. Eleutherius weugerde kordaat en het meisje stierf aan een hartverlamming, toen zij zich uitermate opwond bij het horen van de afwijzing.
Ze werd begraven en haar vader was ontroostbaar. Eleutherius beloofde hem haar dochter terug te schenken, als hij zich tot het Christendom zou bekeren. Dat gebeurde en Eleutherius maakte zijn belofte waar: hij wekte het meisje uit de doden op. Toen echter de vader zijn belofte niet nakwam, brak er pest uit in de stad. De stadshouder schreef deze ziekte toe als een vervloeking van Eleutherius en liet hem daarom in de gevangenis opsluiten. De cipier echter was bang om zo’n heilig iemand in gevangenis te nemen en liet de herder naar zijn kudde terugkeren.
De pest hield echter aan, waardoor velen de stad ontvluchtten, in een poging om hun lichaam van deze vreselijke ziekte te vrijwaren. De ontgoochelde en vernederde stadsbestuurder kwam tot de bisschop om zich te laten dopen. Na een tijd van onderricht en vasten trad hij tot tot de Kerk van Christus, waarna Bisschop Eleutherius op 22 september zijn feestelijke intrede in de stad hield. Deze gebeurtenis wordt nog jaarlijks herdacht. Hij liet er meteen alle afgodentempels vernietigen en begon een reeks indrukwekkende predikaties. Ten gevolge hiervan werden op Pinksteren 11000 inwoners gedoopt.
De vreugde was echter van korte duur. De Ariaanse ketterij vond in de pas bekeerde gelovigen gemakkelijke slachtoffers. Eleutherius ging met zijn welsprekendheid uiteraard tegen deze dwaling in, zeer tot ongenoegen van de Arianen. Daarom beraamden zij een plan om de bisschop om het leven te brengen. Zij overvielen en sloegen hem. Op 20 februari 531, zowat 5 weken na de overval, overleed Bisschop Eleutherius aan de opgelopen verwondingen.
Hij werd begraven in de door zijn vader gebouwde kerk te Blandain, maar hij bleef de patroonheilige van Doornik.

Troparion t.4

Verlichter van Doornik, * Herder van Vlaanderen, * Schallende Donder der Orthodoxie, * als Hoofd van de Kerk werd uw hoofd gewond, * maar gij bad om vergeving voor uw vijanden. * Bid tot het Hoofd van het Mystieke Lichaam, * Heilige Hiëromartelaar Eleutherius, * dat wij steeds onze gedachten rein ** en onze meningen rechtgelovig mogen houden.

Kondakion t.2

Als een goede wijnrank, geënt op de Ware Wijnstok, * hebt gij overvloedige vrucht gedragen, Heilige Eleutherius, * en de mystieke wijn geofferd op het vreeswekkende Altaar, * waarvan wij nog steeds mogen drinken, * zodat onze zielen dronken worden van geestelijke vreugde ** en verheugd jubelen tot God, de Ene in Drie Personen.