Clemens van Ancyra en Agathangelus
Clemens werd rond het jaar 258 te Ancyra (Galatië) geboren uit een heidense vader en een Christen moeder, die profetisch vooruitzag dat haar zoon als een martelaar zou sterven.
Hij werd al spoedig wees en werd toen opgevoed door Sofia, een Christen vrouw die de jongen ook in haar huis opnam. Zij deelde voedsel en aalmoezen uit aan de armen en spande zich vooral in om de nood te lenigen tijdens de zware hongersnood, die het land overvallen had. Clemens was hierbij haar rechterhand. Hij bewees Sofia onschatbare diensten, waarbij zijn oordeel en inzicht en de kracht van zijn geestelijk leven voor velen duidelijk werd.
Daarom werd hij reeds op 20-jarige leeftijd tot Bisschop van Ancyra gekozen. Toen de vervolging onder Keizer Diocletianus opnieuw de kop opstak, werd Clemens tijdens een Liturgie gevangen genomen en naar Rome gebracht om er voor de Keizer terecht te staan. Hij werd op gruwelijke wijze gemarteld, maar bleef onwankelbaar. Een soldaat, die Clemens moest bewaken, Agathangelus, bekeerde zich en volgde Clemens, toen deze naar verschillende delen van het Romeinse Rijk werd gezonden om er door zijn martelingen de circusspelen op te luisteren.
Tenslotte werden ze 28 jaar te Ancyra gevangen gehouden. Sofia slaagde erin hen te bevrijden door de wachters om te kopen. Clemens voorzegde de Christenen dat de vervolging weldra zou eindigen en dat hij zelf één van de laatste slachtoffers zou zijn.
De soldaten overvielen de celebranten tijdens de Liturgie in een schuilkerk en onthoofden hen. Dat gebeurde in het jaar 312.
Troparion t.4
Gij zijt voor de gelovigen ontsproten * als een wijnrank van heiligheid * aan de stam van het lijden * als een allerheiligste bloem * en een door God geschonken zoete vrucht, * Strijder onder de Martelaren * en medetronend met de Hiërachen. * Bid, Heilige Clemens, tot Christus God ** voor de redding van onze zielen.
Kondakion t.4
Kostelijk rank aan Christus, de Wijnstok, * Veelduldende, Roemrijke Martelaar Clemens, * met uw medestrijder Agathangelus * hebt gij luid geroepen: ** “Gij, Christus, zijt de stralende vreugde der Martelaren.”
|