Medardus van Noyon

Medardus werd in het jaar 457 te Salency, nabij Valenciennes (Frankrijk) geboren uit invloedrijke ouders. Zijn vader was een Frank, zijn moeder een Gallo-Romeinse. Als kind al had hij een bijzondere voorliefde voor de armen: hij hield ervan de behoeftigen te helpen. Zo schonk hij vaak zijn eigen kleding en voedsel weg, zelfs eens een paard van zijn vader.

Nadat hij te Doornik, aan het hof van Koning Childeric I, schildknaap was geweest, werd hij onder de hoede van een bisschop geplaatst. Op 33-jarige leeftijd werd hij priester gewijd. Zijn overtuig(en)de preken en zijn ascetische levenswijze van gebed, vasten en goede werken maakten indruk op de gelovigen. Daarom ook werd hij in het jaar 530 door Bisschop Remigius, die 34 jaar eerder Koning Clovis had gedoopt, tot Bisschop van Vermand gewijd. Zijn levenswijze bleef dezelfde, maar zijn werkterrein breidde zich uit. Het waren harde en ruwe tijden, het volk had veel te lijden door de invallen van de Vandalen en de Hunnen. Medardus getuigde van een grenzeloos vertrouwen op God en bleef in elke omstandigheid rustig en geduldig. Toen de bisschop van Doornik stierf, drongen het volk en de geestelijkheid er bij Koning Clotarius I erop aan om Medardus ook tot Bisschop van Doornik te laten wijden, wat canoniek echter niet kan. Daarom werden de bisdommen van Noyon en Doornik samengevoegd en werd ook Vlaanderen, eertijds gekend als barbaars en heidens, door de talentrijke bisschop tot het Christendom gebracht.

Medardus keerde naar Noyon terug, waar hij de sluier schonk aan Radegondis en haar tot diacones wijdde, toen deze radeloos en in paniek tot hem was gevlucht, toen Koning Clotarius haar broer had laten ombrengen.

Zijn lichamelijke kracht was echter gebroken, Medardus werd ziek en stierf een zalige dood in het jaar 560. Hij was niet alleen de beroemdste, maar ook de meest geliefde bisschop van zijn tijd, waardoor het gehele land treurde om zijn dood. Zijn lichaam werd in processie overgebracht naar Soissons. De Heilige Gregorius van Tours vermeldt in zijn geschriften dat het jaarfeest van Medardus steeds met grote luister werd gevierd.

Troparion t.6

De voetboeien en kluisters der gevangenen hebt gij geslaakt, * Heilige Bisschop Medardus. * Bescherm nu ook ons en bevrijd ons * uit de knellende voetboeien en de enge kluisters, * waarin wij gevangen gehouden worden, * opdat onze voeten mogen wandelen * op de wegen des heils * en wij onze handen mogen opheffen * als een wierookoffer voor de Heer ** in Zijn Allerheiligste Tempel der Heerlijkheid.

Kondakion t.6

Gij hebt Gods goedheid nagevolgd, * die het in Zijn Barmhartigheid laat regenen * over rechtvaardigen en zondaars. * Gij, Medardus, * hebt de liefdadigheid beoefend jegens allen, * zowel jegens goeden als jegens boosdoeners. * Daarom heeft de Heer * u de genade geschonken * vreemdsoortige wonderen te verrichten. * Ere zij Hem Die u in de hemel gekroond heeft * en Die u toestaat * de regen van de goddelijke genadegaven ** over ons allen uit te storten.