Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.
Kerk Pervijze
schild Broederschap Vladyko Joan schild
Kerk Yanama
Webwinkel   Sitemap | U bent hier >Orthodoxalia > Heiligen Per Dag > 17 april
17 april
Vladyko Joan
Landry van Meaux

Eveneens op deze dag:
Simeon van Ktesifon


boxen

Landry van Meaux (Metz)

 

 

Hij was de oudste zoon van de heilige Madelgarus, ook Vincentius genaamd, en de heilige Waldetrudis. Hij genoot een uitmuntende opvoeding: van kindsbeen af werd hij aan wijze mannen toevertrouwd. Gedreven door Godsvrucht, bekwaamde hij zich in de wetenschap, de naastenliefde en het verrichten van goede werken. Door zijn door God geschonken talenten en zijn optimistisch karakter maakte hij snelle progressie. Zijn vader koesterde grote, wereldse verwachtingen voor zijn zoon, zijn moeder echter had vooral een geestelijke diepgang op het oog. Ook Landry zelf droomde van een dienst in het Altaar en bad God hem de ogen te openen. De innerlijke roep naar het priesterschap was niet meer te overstemmen. Daarom vertelde hij zijn vader over zijn plannen om priester te worden. Vincentius, die nog niet tot bekering was gekomen, raadde hem aan van deze plannen af te zien en eerder zijn raad op te volgen, nl. een nobel huwelijk aan te gaan en in zijn voetspoor te treden, want “ik weet wel dat de wandel van de geestelijken heilig is, maar er zijn ook leken, die de Christelijke deugden beoefenen en door hun Geloof het Koninkrijk zullen beërven. Wandel in het spoor van je voorouders en familie.”

Landry begreep de argumenten van zijn vader, maar beschouwde ze enkel als een beproeving op zijn weg, hij zou immers niet nalaten zijn innerlijke roepstem te volgen. Hij zou en moest “God schenken, wat Hij van hem verlangde.”

Vincentius weigerde het verlangen van zijn zoon te dwarsbomen, omhelsde hem met tederheid en in tranen en vertrouwde zijn zoon toe aan de geestelijke hiërachie, die hem spoedig opnamen.

Wij weten niet met zekerheid onder welke bisschop Landry diende. Vermoedelijk gebeurde dat in Henegouwen, waar zijn familie verbleef. Landry bekwaamde zich in de H. Schrift en het priesterschap. Met vreugde merkte hij hoe God ook zijn familie met genade bejegende en vertroostte: zijn vader trok zich, aangemoedigd door zijn heilige echtgenote, terug te Hautmont in een klooster, dat hij liet bouwen en waar hij ook de tonsuur ontving uit de handen van de heilige Aubertus. Zijn moeder trok zich, weinige tijd later, ook terug uit de wereld en ging in eenzaamheid wonen te Château-Lieu (Mons-Bergen), waar ze verbleef in het gezelschap van haar geestelijke vader, de heilige Ghislenus. De twee jongere zusjes van Landry voegden zich bij hun tante, de heilige Aldegonde, die de maagdelijkheid bewaarde en het klooster van Mauberge stichtte.

Landry zelf groeide in heiligheid en werd de bisschopszetel van Meaux (Metz) waardig geacht. Na zijn wijding tot bisschop, bleef Landry zijnrijkdommen aan de armen schenken en een leven van ascese leiden door vasten, nachtwaken en gebed. Hij bleef de heilige boeken lezen voor zijn eigen nut en tot vorming van zijn kudde.

Toen hij vernam dat zijn vader ziek geworden was, verliet hij zijn bisschopszetel en trok naar het klooster te Soignies om er de laatste wens van zijn vader (zijn zoon te zien, vooraleer hij zou sterven) in te willigen. Landry vertelde zijn vader over de hem wachtende Heerlijkheid en beloofde zorg te dragen voor de kloostergemeenschappen van Hautmont en Soignies. Korte tijd later overleed Vincentius, tot groot verdriet van Landry, die door het verblijf in het klooster het verlangen koesterde ook hier, in stilte en bij het graf van zijn vader, zijn verdere leven door te brengen.

 

Naar begin pagina

 

 
© copyright 2003 - Broederschap Aartsbisschop Joan - alle rechten voorbehouden