Antipas van Pergamum

Antipas was een leerling van Joannes de Theoloog en bisschop te Pergamum. Hij wordt vermeld in de Apocalyps: “En schrijf aan de engel der gemeente in Pergamum: ‘Ik weet waar gij woont, daar waar de troon des satans is. En gij houdt vast aan Mijn Naam en hebt het Geloof in Mij niet verloochend, ook niet in de dagen van Antipas, mijn getuige en mijn getrouwe, die gedood werd bij u, waar de satan woont…’” (Openb. 2,13) Tijdens de vervolging onder Keizer Dometianus (81-96) werd hij gearresteerd en voor de rechter gebracht, die de oude man poogde te overtuigen dat de heidense godsdienst veel ouder was dan het nieuwe Christendom, en dus ook veel waardevoller moest zijn. Antipas wees hem echter op de veel grotere ouderdom van de Schrift en op de veelheid en verscheidenheid van Griekse beweringen. De rechter ontstak hierop in toorn en veroordeelde Antipas ter dood. De Bisschop stierf, tijdens het jaar 92, in een gloeiende stier van koper, terwijl hij bad voor zijn vijanden en voor God een lofzang zong.

Troparion t.4

Gij hebt de verlokking der afgoden teniet gedaan, * de macht der duivels vertreden * en vol moed hebt gij over Christus getuigd * inhet aangezicht van Gods vijanden. Daarom woont gij nu bij de Engelen in den Hoge * om de Meester van het heelal te bezingen. * Zeg ook voor ons het aanbiddende dankgebed * en schenk ons de genade van genezing, * heilige Hieromartelaar Antipas, * en bid tot Christus God ** dat onze zielen worden gered..

Kondakion t.4

Medetronend met de Apostelen * zijt gij een sieraad der Hiërarchen. * Verheerlijkt door uw marteldood, * straalt gij als een zon over de wereld. * Gij hebt aan allen het licht gebracht * en het diepe duister der godloosheid verdreven. * Daarom vereren wij u, * goddelijke Hieromartelaar Antipas, ** die aan ons allen genezing schenkt..